Boom/Struik van de week: Craetegus

De meidoorn

In de naam meidoorn slaat het deel “doorn” natuurlijk op de doorns aan de boom. Doorn is dan een verkorte vorm van doornboom of doornstruik. Doorn kan bij uitbreiding ook wel boom betekenen, zoals in esdoorn. Het woord doorn werd ook wel geschreven als thurn en thorn. Het is een zeer oud woord met een proto-Indo-Europese stam. 

Mei is een interessant woord. Het stamt af van het Latijnse maius. Het kan dan zijn afgeleid van de mannelijke god jupiter maius; de grote, krachtige god of van de godin maia. Hoe dan ook, de kernbetekenis in beide gevallen is groeikracht. De meidoorn is de vruchtbaarheidsboom, de heraut van de lente, de overvloed, de liefde, het nieuwe sterke leven.

De Latijnse naam Craetegus voor meidoorn komt van de Griekse stam krat en betekent hard of sterk. Dat slaat waarschijnlijk op het hout, dat hard is en voor pennen en klein gereedschap wordt gebruikt.

Er zijn twee soorten inlandse meidoorns. De eenstijlige meidoorn (Craetagus monogyna) waarvan de Latijnse naam hetzelfde betekent als de Nederlandse. De stijl is een onderdeel van de stamper, het vrouwelijke geslachtelijke deel van de plant.

Dan is er de tweestijlige (C. laevigata), waarvan de toevoeging in het Latijn slaat op het meer gladde, gave blad dan dat van de eenstijlige.

De tweestijlige komt van nature eigenlijk alleen in het oosten en zuiden van ons land voor en is veel meer een bosboom. De twee soorten kruisen gemakkelijk en de stadsbomen en tuinbomen met o.a. geheel rode bloemen, zijn bijna altijd kruisingen.

Meidoorns kunnen goed worden gesnoeid en omdat ze ook dicht en doornig groeien, zijn ze uitstekend voor afscheidingen. Er waren vroeger kilometers heggen met meidoorn, die een prachtige biotoop boden aan allerlei andere planten, insecten en vogels zoals grasmus, fitis, braamsluiper en geelgors. Ze vormden eeuwenlang het landschap.

Nadat er al veel was verdwenen door verkaveling, slaagden fruittelers er 15 jaar geleden in een hysterie te ontketenen over perenvuur dat door meidoorns in fruitbomen zou worden gebracht.

Grootschalig rooien van meidoorns in Walcheren en elders werd, ondanks felle protesten, als ramzalige maatregel doorgevoerd. Later bleek oorzaak en gevolg omgekeerd te liggen.

In oudere boeken heeft men geen hoge pet op over de eetbaarheid van de bessen van de meidoorn. Men vindt ze oneetbaar, zelfs voor vogels. Dat laatste lijkt in ieder geval onhoudbaar. De zaden worden ruim  verspreid, want je ziet de meidoorn op de gekste plaatsen opslaan. Gemeld wordt dat de bessen wintervoedsel vormen voor kramsvogels en koperwieken.

Er heeft ook een herwaardering plaatsgevonden voor de menselijke consumptie. Ik heb tenminste twee nieuwere boeken gevonden met recepten voor meidoorn. Je kunt een gelei van maken van de bessen en salade van de jonge knoppen.

Tekst en foto’s: Aad van Diemen