Boom/Struik van de week: Pterocarya

De wandelende noot

De Kaukasische vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia) is een boom die steeds meer wordt aangeplant in gemeentelijke parken en plantsoenen. Daar groeit hij betrekkelijk snel uit tot een forse boom  tot 30 meter hoog. Nog opvallender is de minstens zo grote breedte. De boom lijkt vaak net zo breed als hoog en krijgt daardoor een koepelvorm. De grote bladeren zijn geveerd met 7 tot 21 blaadjes die tegenover elkaar staan. Het meest kenmerkend zijn de lange hangende vrouwelijke katjes, waaraan de vruchten komen. Ze lijken wel een feestversiering.  Die hangende vruchtenslingers en het geveerde blad maken de boom onmiskenbaar.

De boom wordt vaak aangeplant langs watergangen, waar hij zeer goed gedijt. Dat uit zich ook in uitbundige wortelopslag die extreme vormen kan aannemen.

Ook in Breda in het Zaartpark en langs de Vredenburchsingel  kun je deze opslag zien.  Elk jaar maaien of zagen de betreffende gemeenten de opslag weg en elk jaar komt het weer op en wandelt ook een stukje verder.  De Kaukasische vleugelnoot zaait zich ook uit. Uit heel Nederland zijn meldingen en de soort is aan het inburgeren, vooral in het  stedelijk gebied. Oorspronkelijk is hij afkomstig uit de Kaukasus en al in de 18de eeuw hier naartoe gehaald. Hij behoort tot dezelfde familie als de okkernoot, die iedereen  walnoot  noemt. De bladeren van die soorten lijken wel op elkaar. De vruchten minder. Die van de vleugelnoot zijn zo groot als een boon en voorzien van vleugels. Daar komt dus ook de Nederlandse naam vandaan. De wetenschappelijke soortnaam ‘Pterocarya’, betekent precies hetzelfde: ptero = vleugel; carya = noot.  De soortaanduiding ‘fraxinifolia’ betekent: met blad als een es.