Boom/Struik van de week: Rhus typhina

Azijnboom

De azijnboom wordt ook wel fluweelboom genoemd omdat de jonge takken dicht behaard zijn.

De bladen zijn groot en oneven geveerd. Elk blad bestaat dus uit 7 tot 21 paarsgewijs zittende blaadjes plus 1 topblaadje. Je kunt er nog over twisten of de azijnboom wel een boom genoemd kan worden. Hij wordt niet hoog, maximaal 6 meter, en omdat hij talrijke worteluitlopers vormt zie meestal een struikachtig geheel van talloze stelen die naast elkaar uit de grond komen. In mijn bomenboeken staat hij niet, dus zien de meeste auteurs er geen boom in. Want ja, wat is een boom eigenlijk? De gangbare definitie luidt: houtige plant met enkele stam, hoger dan 5 meter. De azijnboom verkeert met zijn geringe hoogte, en altijd aanwezige wortelopslag op een grensvlak. We noemen hem toch maar een boom, hoewel het meer een rechtopstaande struik is.

De boom is tweehuizig: er zijn dus mannelijke bomen en vrouwelijke bomen.

De vruchten aan de vrouwelijke bomen staan in het najaar in een opvallende bordeauxrode pluim aan de boom. In de herfst kleuren ook de bladeren schitterend scharlakenrood. Om deze redenen wordt de boom al vanaf 1600 gekweekt als tuinboom.

De plant komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, waar hij een pionierplant is in open plekken in een bos. In Breda zie je hem regelmatig in plantsoenen, braakliggende terreinen en houtsingels. Vaak zijn het planten die via worteluitlopers uit een tuin komen, maar dat hoeft niet. De azijnboom zaait zich ook met succes uit tot in het Markdal. Het is een echte stadsplant omdat je hem alleen in steden, of in de buurt van steden, ziet

De naam ‘azijnboom’ komt van de zure vruchten. De wetenschappelijke naam luidt: Rhus typhina.

Het woord ‘rhus’ komt uit het Grieks maar het is niet duidelijk of het woord teruggaat op ‘rheo’ = stromen, dus een saprijke boom; of ‘rhous’ = met looistof. ‘Typhina’ betekent lisdodde, omdat de vrouwelijke bloemen in het begin wel wat weghebben van de pluim van een lisdodde.

Een familielid van de azijnboom is de gifsumak (Rhus radicans), die veel giftiger is dan de azijnboom.

In 2009 was er in de komkommertijd nog even landelijke ophef over een vondst in het wild van de gifsumak in Friesland. Tot op heden is het bij die ene plaats gebleven, hoewel er ongetwijfeld hier en daar in tuinen staan.

In Amerika wordt de gifsumak ‘poison ivy’ genoemd omdat hij ook als een klimplant kan groeien.

Het gif zit in het melksap dat bij afplukken van bladeren of takken vrijkomt en na contact met de huid irritaties veroorzaakt. In Amerika bestaan nog meer sumaksoorten en men schat dat jaarlijks 2 miljoen Noord-Amerikanen min of meer ernstige klachten krijgt door contact met deze planten.

De giftigheid van de azijnboom is niet hoog, maar men kan toch maar beter handschoenen dragen bij het snoeien.

Tekst en foto’s: Aad van Diemen