Studiedag N.B.A.G

IMPRESSIES VAN DE NAJAARS-STUDIEDAG VAN HET N.B.A.G.
OP ZONDAG 3 NOVEMBER TE OIRSCHOT VAN 10.15 – 16.16 UUR

Op uitnodiging van het Noord Brabants Archeologisch Genootschap bezochten Merete, Maarten, Wiet, Marie-Thérese en ondergetekende als vertegenwoordigers van onze werkgroep Bodem en Landschap de studiedag in Oirschot die als thema had :”Landelijk Wonen in prehistorisch en historisch Brabant”.
Het is immers altijd leerzaam eens over de heg te kijken in de tuin van een belendende wetenschap als archeologie.

Er wordt daar immers ook noest gewroet in de Brabantse bodem.
En dat bleek ook grondig te gebeuren: zes archeologen presenteerden hun onderscheidelijke bevindingen in woord en beeld. Van opgravingen naar aanleiding van de nieuwe rondweg Baarle (Bronstijd) door Christian van der Linde, IJzertijdnederzettingen tussen het veen bij Wouw door Hendrik Uleners tot Romeinse bewoning in de Maasvallei – De Nielt door Diederik Habermehl.

Toen Elisabeth de Nes (gemeente Breda) haar resultaten van opgravingen sinds 2015 nabij de Eikberg Bavel ging toelichten, zaten wij natuurlijk extra aandachtig te kijken en te luisteren. De Eikberg ligt immers dicht bij het natuurgebied in wording van de Gilze-Wouwerbeek.
Het ging over de bewoning in de Baronie op de Eikberg, de landelijke bewoning aldaar in de 16e eeuw tot ca 1625. Er werd o. a. een plaggenwaterput gevonden. Van na ca. 1625 werden geen sporen meer gevonden: blijkbaar ten gevolge van de gevaarlijke tijden in de Tachtigjarige oorlog met de belegeringen van Breda. Je kan het een en ander nader bestuderen op de website www.erfgoed.breda.nl.
Van alle presentaties zijn verslagen te vinden op de website www.nbag.nl.

Mij viel op, dat in de wanden van diverse opgravingskuilen veel gleyverschijnselen met hun helrode kleurenbanden waren te zien, wat dus duidt op sterk wisselende grondwaterstanden in het winter- en zomerhalfjaar.
Het klimaat werd in onze contreien namelijk vochtiger sinds de midden-IJzertijd. Geen wonder dat men sindsdien vooral trachtte de voeten droog te houden en het hogerop zocht. Te meer daar het (hoog)veen sindsdien ook wel omhoog zal zijn gekropen.
Meerdere malen werd ook het geomorfologisch begrip (dek)zandeiland gebruikt (als hoger gelegen deel te midden van bv. veen en klei.
Te vergelijken dus met het “schiereiland” Den Hout – Vrachelse heide (ref. onze beide excursies daarheen dit jaar). En ik denk, dat de archeologen wel wat bodemkundige assistentie zouden kunnen gebruiken: daar werd nl. weinig of geen aandacht aan geschonken.

Maar wíj zagen natuurlijk wel de gley, de enkeerdgronden en podsolbodems op de foto’s.
In het voorjaar van 2020 volgt weer een studiedag.
Tot slot mijn waardering voor de leden die zich keurig hebben afgemeld.
Frans Engels
Mede-coördinator werkgroep Bodem en Landschap / KNNV Breda
fransengels@hotmail.com